In bepaalde zones krijgen snelvaarders, jetskiërs en waterskiërs de gelegenheid om hun favoriete hobby en sport te beoefenen. Geniet van de snelheid en verfijn je techniek op het Vlaamse waterwegennet.
Specifieke reglementering voor snelvaart
De regelgeving omtrent snelvaart wordt bepaald door het “Koninklijk Besluit betreffende het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren van 24 september 2006” (APSB). De snelvaartvakken worden vastgelegd door De Vlaamse Waterweg en zijn op VisuRIS terug te vinden. De bepalingen uit het APSB met betrekking tot het gebruik van waterscooters in snelvaartvakken werden gewijzigd bij besluit van 4 april 2014. De volgende bepalingen zijn van kracht:
Waterscooters (zittend) mogen varen in alle snelvaartvakken (varen met grote snelheid, varen met waterscooters, waterskiën en analoge activiteiten) mits het in acht nemen van enkele regels:
- Art. 6.35 bis, lid 1: vakken voor ‘varen met grote snelheid’
“Het varen met een grote snelheid is enkel toegelaten overdag en bij een goede zichtbaarheid van minstens 500 m (…) Behoudens anders luidende bepalingen kan dit vaartuig een waterscooter zijn, voor zover deze zittend wordt bestuurd, de stabiliteit bij lage snelheid en stilstand is gegarandeerd en hij een regelmatig, min of meer rechtlijnig, traject volgt.”
- Art. 6.35, leden 2 en 6: vakken voor ‘waterski en analoge activiteiten’
“De bestuurder van een motorvaartuig dat één of meerdere waterskiërs trekt, moet vergezeld zijn van een medeopvarende van ten minste 15 jaar oud, die belast is met de sleepdienst en de bewaking van de skiër en in staat is om deze rol te vervullen.”
“Behoudens anders luidende bepalingen kan het in lid 2 bedoelde vaartuig een waterscooter zijn, voor zover deze zittend wordt bestuurd, de stabiliteit bij lage snelheid en stilstand is gegarandeerd en hij een regelmatig, min of meer rechtlijnig, traject volgt.”
- Art. 6.35 bis, lid 2: vakken voor ‘varen met waterscooters’
“Onverminderd de bepalingen van lid 1 (‘varen met grote snelheid’) en lid 6 van art. 6.35, is het varen met grote snelheid met waterscooters enkel toegelaten overdag en bij goede zichtbaarheid van minstens 500 m.”
Waterscooters (staand) mogen alleen aan hoge snelheid varen in de snelvaartvakken bedoeld voor ‘varen met waterscooters’, conform art. 6.35 en art. 6.35 bis van het APSB.
Gewone motorboten mogen aan hoge snelheid varen in zowel de vakken voor ‘varen met grote snelheid’ als ‘waterski en analoge activiteiten’, maar niet in de vakken voor ‘varen met waterscooters’ conform art. 6.35 en 6.35 bis van het APSB.
Daarnaast gelden enkele bijkomende specifieke regels voor snelvaart:
- Uit veiligheidsoverwegingen adviseert de waterwegbeheerder om, bij het varen met grote snelheid in bovenstaande snelvaartvakken, een reddingsvest te dragen en plaats te nemen op een door de fabrikant voorziene plaats.
- Het kruisen van de vaarweg gebeurt zo haaks mogelijk en conform de geldende voorrangsregels in het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren.
- Het voorttrekken van banden, bananen en andere attributen die vastgehecht zijn aan het trekkende vaartuig en waarover de getrokkene(n) geen controle heeft (hebben) over de manoeuvreerbaarheid is verboden op het volledige netwerk van De Vlaamse Waterweg nv.
- De toegang tot de sluizen op de Vlaamse waterwegen wordt om veiligheidsredenen voor alle waterscooters verboden.
Gemotoriseerde plank aan hoge snelheid
Watersport waarbij men aan hoge snelheid op een gemotoriseerde plank staat, zit of ligt (zoals o.a e-foilen, gemotoriseerde surfplank) vereist door haar snelheid en vaarbeweging de nodige ruimte. Rekening houdend met de veiligheid van de watersporter zelf én de overige gebruikers van de waterweg, zijn de huidige snelvaartvakken op het netwerk van De Vlaamse Waterweg nv niet geschikt om er deze watersport algemeen toe te laten. In samenspraak met de sector staat De Vlaamse Waterweg nv echter wel open om bij wijze van proef voor deze vorm van watersport één of meer geschikte vakken te bepalen, rekening houdende met de breedte van de waterweg, de scheepvaartdrukte, en de aanwezigheid van overige waterrecreanten. Na de proefperiode zal een evaluatie volgen, die bepalend zal zijn voor de verdere visieontwikkeling.
Lees meer...