Met de stijgende populariteit van waterrecreatie staat de ontwikkeling van nieuwe vormen van waterrecreatie niet stil. Zo worden er hoe langer hoe meer nieuwe soorten vaartuigen of vormen van watersport en -recreatie ontwikkeld.
De geschiktheid van de Vlaamse waterwegen voor de beoefening van een recreatievorm, wordt getoetst aan de bepalingen uit het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (KB van 24 september 2006). Doorslaggevend hierbij zijn de volgende artikels:
Art. 1.04. Algemene plicht van waakzaamheid
1. Varende schepen moeten altijd een veilige snelheid aanhouden. Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren,
2. De schipper moet, ook bij ontbreken van uitdrukkelijke voorschriften in dit reglement, alle voorzorgsmaatregelen nemen die door de algemene plicht van waakzaamheid volgens de omstandigheden waarin het schip zich bevindt, of volgens het goede zeemanschap geboden zijn, teneinde meer bepaald te vermijden:
- het leven van personen in gevaar te brengen;
- schade aan schepen, drijvende voorwerpen of drijvende inrichtingen te veroorzaken;
- de scheepvaart te hinderen.
3. De bovenstaande voorschriften zijn eveneens van toepassing op de personen die verantwoordelijk zijn voor een drijvende inrichting.
Art. 1.06. Gebruik van de vaarweg
De lengte, de breedte, de diepgang, de hoogte, de snelheid en de manoeuvreerbaarheid van een schip, een samenstel of een drijvend voorwerp moet derwijze zijn dat de scheepvaart niet in gevaar komt.
Art. 6.19. Zich laten drijven
Een schip mag zich niet met de stroom mee laten drijven, zonder dat het van een middel tot voortbeweging gebruik maakt. Dit verbod geldt niet voor kleine verplaatsingen op de ligplaats, bij laden en bij lossen, noch voor een zeilend schip dat als gevolg van het wegvallen van de wind gedwongen is zich te laten drijven.
Art. 6.37. Duiken en zwemmen
1. Het sportduiken of zwemmen is enkel toegelaten overdag op de panden of delen van panden waarvan het begin wordt aangeduid door het verkeersteken E.105 (aanhangsel 7) en het einde door het verkeersteken A.105 (aanhangsel 7).
2. Elk schip dient een voldoende afstand te houden van een schip dat het bijkomend dagteken bedoeld in artikel 3.36 voert.
Op basis van deze artikels worden de Vlaamse waterwegen als ongeschikt beschouwd voor de beoefening van de volgende vormen van waterrecreatie:
- Waterrecreatievorm waarbij men zich aan hoge snelheid soms (hoog) boven en/of onder het water voortbeweegt, al dan niet gemotoriseerd en al dan niet in een schip (zoals o.a. flyboarden, skysharks, kitesurfen)
- Waterrecreatievorm waarbij men met een schip of drijvend attribuut vaart waarbij de activiteit geen rechtstreekse betrekking heeft op de waterweg zelf (zoals o.a. beperkt manoeuvreerbare eet- en wellnessvaartuigen zoals BBQ donut, jacuzzi boot).
- Watersport waarbij men op een plank staat, zit of ligt die voortbewogen wordt door de kracht van waterbeweging zoals golven (zoals o.a. golfsurfen, foilen)
- (Opblaasbare) drijvende attributen en luchtmatrassen (zoals o.a. niet-gemotoriseerde bellyboats)
De controle op de manoeuvreerbaarheid is bij deze recreatievormen vaak beperkt, en ook de plicht tot waakzaamheid kan niet steeds gegarandeerd worden, waardoor ze niet te combineren zijn met andere gebruikers van de waterweg. Daarnaast zijn sommige vormen bovendien in overtreding op de artikels m.b.t. het laten drijven, het zwemmen en het duiken. De Vlaamse waterwegen worden daarom als ongeschikt beschouwd voor het gebruik van hierboven vermelde vaartuigen en de beoefening van deze vormen van waterrecreatie.
De Vlaamse Waterweg nv kan evenwel binnen bepaalde voorwaarden een uitzondering op deze regels toestaan in het kader van een georganiseerd evenement.
Het toelaten van de waterrecreatievorm waarbij men met een schip of drijvend attribuut vaart waarbij de activiteit geen rechtstreekse betrekking heeft op de waterweg zelf (zoals o.a. beperkt manoeuvreerbare eet- en wellnessvaartuigen zoals BBQ donut, jacuzzi boot) kan wel overwogen worden op wateroppervlakken die volledige afgesloten zijn van de effectief bevaren waterweg, en in jachthavens die in een zijarm of dok van een waterweg liggen, waarbij geen interferentie is met de scheepvaart op de waterweg.
Telegeleide bootjes
De Vlaamse Waterweg is van oordeel dat de waterwegen geen geschikte omgeving zijn voor telegeleide bootjes.
Hiervoor wordt verwezen naar het Algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren, artikel 1.06 wat zegt: ‘De lengte, de breedte, de diepgang, de hoogte, de snelheid en de manoeuvreerbaarheid van een schip, een samenstel of een drijvend voorwerp moet derwijze zijn dat de scheepvaart niet in gevaar komt’.
De Vlaamse Waterweg nv kan evenwel binnen bepaalde voorwaarden een uitzondering op deze regels toestaan in het kader van een georganiseerd evenement.
Metaaldetectie (inclusief magneetvissen)
Zie hiervoor www.vlaamsewaterweg.be/oeverrecreatie.
Read more...